Nieuws

  Het nieuwsoverzicht

Zoetwaterboeren: slim gebruik van regenwater in de landbouw

Door klimaatverandering en toenemende verontreinigingen neemt de beschikbaarheid van zoetwater steeds verder af. Niet alleen de drinkwatervoorziening en natuur hebben hier last van, maar ook de landbouw. Op zijn akkerbouwbedrijf in het Noord-Hollandse Anna Paulowna test Klaas Schenk met onderzoekpartners in het project Zoetwaterboeren verschillende manieren om water te bufferen en hergebruiken.

Langdurige droogte en hoge temperaturen vroeg in het jaar kunnen funest zijn voor de oogst, vertelt Klaas Schenk, akkerbouwer in het Noord-Hollandse Anna Paulowna. “Gewassen ontkiemen eerder en krijgen door het uitblijven van neerslag en een dalend grondwaterpeil te weinig water. Gevolg is dat ik steeds vaker moet bewateren door middel van mechanische beregening.”

Weinig mogelijkheden beregening
Met name zijn aardappelen en uien zijn afhankelijk van neerslag, zegt Schenk. “Probleem is alleen dat ik voor beregening van aardappelen geen oppervlaktewater mag gebruiken. Dat kan namelijk de bruinrot bacterie bevatten, die later in de oogst problemen kan opleveren. Grondwater is weer lastig vanwege de verzilting door de ligging aan zee en in de polder. Drinkwater zou in theorie kunnen, maar dat is niet duurzaam.”

Project Zoetwaterboeren
De enige duurzame oplossing voor Schenk: regenwater uit natte tijden beter vasthouden, zodat hij dit in droge periodes kan inzetten. Met dat idee in het achterhoofd begon hij het project Zoetwaterboeren. Schenk liep naar zeggen al jaren met het plan rond om meer circulair te gaan werken met water.

“Door het snel veranderende klimaat was dit het juiste moment om het op te pakken. Ik heb een plan van aanpak geschreven en partners gezocht die wilden aanhaken, zoals het waterschap Hollands Noorderkwartier, Deltares en Wageningen Universiteit. Begin 2022 zijn we gestart en sindsdien is mijn bedrijf een demonstratiebedrijf.”

Opvang van regenwater
In het project wordt op het perceel van Schenk op meerdere manieren gekeken naar het opvangen en hergebruiken van regenwater. “Ik heb onder meer 2000 vierkante meter aan dakoppervlak waar ik regenwater opvang. Dat water wordt geleid naar een groot bovengronds bassin van 1000 kuub waarin het wordt opgeslagen.”

Daarnaast koppelde Schenk zijn ondergrondse drainagesysteem aan elkaar. “Via een centrale pijp met een put kan ik zo het grondwaterpeil kan regelen. In het groeiseizoen houd ik het waterpeil hoog en zodra ik met de machines het land opga, laat ik het peil weer zakken. Het idee is om hier een digitaal gestuurd systeem van te maken met data over de weersverwachting en gewasbehoefte.”

Ondergrondse zoetwaterbel
Zodra Schenk het waterpeil laat zaken, voert hij drainagewater niet af naar de sloot, maar injecteert hij het in een ondergrondse zoetwaterbel op 30 meter diepte. Schenk: “Vervolgens kan ik het via een andere buis weer onttrekken en gebruiken in droge tijden. Als het allemaal lukt, zou de waterbel groot genoeg moeten zijn om de hoeveelheid water te bergen die ik nodig om een jaar lang mijn gewassen te beregenen.”

Het vasthouden van water in de ondergrond maakt gewassen niet alleen weerbaarder tegen droge periodes, maar zorgt ook voor het tegengaan van verzilting. Schenk:
“Uit de eerste metingen blijkt dat het afgevoerde drainagewater een stuk minder zout is dan voorheen. Dat komt doordat het zoete water het oprukkende zoute water vanuit de ondergrond tegenhoudt. Dat is een dus een zeer positieve bijkomstigheid.”

Onderzoek effecten zoetwaterbel
Een aantal delen van de percelen van Schenk is momenteel ingericht voor onderzoek. Zo zijn er testvelden en peilbuizen aangelegd en ondergrondse sensoren geïnstalleerd. Daarnaast gaat Deltares onderzoeken wat de effecten van de zoetwaterbel zijn op de ondergrond en omgeving.

Schenk: “Het wegdrukken van zout water kan betekenen dat het op een andere plek naar boven komt. Ook willen we weten wat het betekent als meerdere boeren in de omgeving zoetwater gaan opslaan en hoe het geïnjecteerde water zich in de ondergrond verspreid. Wordt het omgekeerde trechter of meer een langgerekte pannenkoek?”

Injecteren van drainagewater
Het grootste knelpunt is volgens Schenk of hij drainagewater wel in de ondergrond mag injecteren. “Drainagewater kan restanten van gewasbeschermingsmiddelen bevatten. En je mag geen verontreinigd water in de ondergrond brengen. Momenteel loopt er een vergunningsaanvraag. Pas zodra ik die heb, kunnen we hiermee beginnen.”

Als blijkt dat het water eerst moet worden gezuiverd, heeft dat grote impact op de economische haalbaarheid, zegt Schenk. “Een zuiveringsstap met zand en koolstof kost al gauw 2,5 ton per tien hectare. Dat hoest je niet zomaar even op als boer. Dan blijft alleen bovengrondse opslag over, maar in bassins kun je veel minder water in bufferen.”

Andere boeren inspireren
Door z’n bedrijf in te zetten als demonstratiebedrijf hoopt Schenk collega-boeren te inspireren en te helpen bij keuzes in hun waterhuishouding. “Het voordeel van mijn land is dat het bestaat uit verschillende soorten grond, van zand tot dichte klei. We kunnen hier dus meerdere systemen voor meerdere grondsoorten testen en ontwikkelen.”

Het mooiste zou zijn als agrariërs straks uit heel Nederlands langskomen en ik ze een breed scala aan oplossingen kan laten zien. Aan hand van cijfers over kosten, opbrengsten en de hoeveelheid water die je kunt ‘oogsten’  kunnen ze vervolgens een goed onderbouwde en verantwoorde keuze maken voor hun bedrijfsvoering.”

Laat je goed informeren
Tot slot: wat adviseert Schenk collega-boeren die willen beginnen met het bufferen van water? “Laat je eerst inspireren en informeren. Bijvoorbeeld via onze website, waar we al onze opgedane kennis en praktijkvoorbeelden delen. Maar ga ook een rondje bellen met partijen, zoals waterschappen of collega’s uit de omgeving die openstaan voor innovatie.”

Je hele bedrijf omgooien zoals Schenk heeft gedaan is volgens hem echt niet nodig. “Dat kost enorm veel werk, energie, tijd en geld. Kies wat bij je bedrijf past. Ik pak dit groots aan, omdat ik graag voorloper wil zijn in het toekomstbestendig maken van de landbouw en het watersysteem. Dat het project nu loopt, is voor mij enorm motiverend.”

Publiek Private Samenwerking (PPS)

Zoetwaterboeren is aangemerkt als PPS-project (Publiek Private Samenwerking). Hierdoor wordt het project deels worden betaald met overheidsgeld. Schenk: “Dat geld wordt onder meer besteed aan onderzoek. Daarnaast geven we gastlessen over wat we doen op scholen, met name aan agrarische opleidingen. We willen namelijk niet alleen zoveel mogelijk kennis vergaren, maar het ook zoveel mogelijk delen.”